9789057125379
Verkrijgbaar
Dit boek staat vol gekke logische puzzels en vrolijke wiskunde. Wie het heeft gelezen, kijkt een beetje anders naar trompetten, giraffen of taart – en naar de wiskunde zelf. Vanaf 10 jaar.
Dit product is niet meer op voorraad
Beschikbaarheidsdatum: 26-10-2020
De wiskundetrompet
Dit boek staat vol gekke logische puzzels en vrolijke wiskunde. Wie het heeft gelezen, kijkt een beetje anders naar trompetten, giraffen of taart – en naar de wiskunde zelf. Vanaf 10 jaar.
Ontvanger :
* Verplichte velden
of Annuleren
Uitgeverij | Nieuwezijds |
Jaar van uitgave | 2020 |
Bindwijze | paperback |
Aantal pagina's | 132p. |
Voor een taart staan 100 mensen in de rij. De eerste krijgt 1/100 stukje taart. De tweede krijgt 2/100 van de rest van de taart. De derde krijgt daarna 3/100 en zo door. Op welke plek in de rij krijg je het grootste stuk?
De wiskundetrompet laat zien hoeveel muziek er in wiskunde zit. Het staat vol gekke logische puzzels en vrolijke wiskunde.
Welke getallen gedragen zich als hagelstenen? Hoe zeg je wiskundig: ‘Ik hou van jou?’ Wat heeft een trompet met een taart te maken?
Wie De wiskundetrompet heeft gelezen, kijkt een beetje anders naar trompetten, giraffen of taart – en naar de wiskunde zelf.
Vanaf 10 jaar.
Margriet van der Heijden is deeltjesfysicus, hoogleraar wetenschapscommunicatie aan de TU/e, en docent aan Amsterdam University College. Ze schrijft regelmatig voor NRC en schreef het voor de Libris Geschiedenis Prijs genomineerde boek Denken is verrukkelijk, over het leven van Tatiana Afanassjewa en Paul Ehrenfest.
Iris Rijsman (1989) is auteur, beeldend kunstenaar en illustrator. Ze studeerde filosofie in Amsterdam, Parijs en Utrecht, en daarna beeldende kunst aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Eerder maakte ze de illustraties voor het boek Het wiskundehondje.
‘Enthousiast springt [Van der Heijden] van het ene aansprekende voorbeeld naar het andere. Ze toont overtuigend dat wiskunde meer behelst dan een reeks ingewikkelde formules in je schoolboek.’ – Joukje Akveld in Het Parool over Het wiskundehondje